We gaan massaal, maar waarom vinden ouders bezoek aan consultatiebureau soms zo moeilijk?

Er zijn nogal wat bijnamen voor het consultatiebureau. consternatiebureau,, baby apk,  of de babystasi, niet iedereen is altijd even blij met het consultatiebureau. Maar.. slechts 5% van de ouders gaat er niet heen. Ondanks alles gaat iedereen naar het consultatiebureau.”Je komt er ”, zegt jeugdarts Caroline Schouten “niet voor jezelf, niet om hokjes af te vinken, maar voor jezelf.”

Caroline ontmoette ooit een moeder die zij 10 jaar daarvoor had gezien op het consultatiebureau. De moeder wist nog dat ze een lief complimentje van Carolien had gekregen. Dat maakte Carolien eens te meer bewust van de indruk die een consultatiebureau op moeders kan maken

De term consultatiebureau

De naam ‘consultatiebureau’ is best wel ouderwets  en helpt niet mee met een goed imago zegt Schouten, jeugdarts GGDHM in Leiden en bestuurslid bij de AJN (Jeugdartsen Nederland).  Als het aan Schouten ligt, schaffen we de hele term af.

Ouders komen op het spreekuur van de Jeugdgezondheidszorg, waar jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen mee kijken en denken hoe het met de kinderen gaat. Het is jammer dat veel ouders het consultatiebureau zo negatief ervaren hebben. Er wordt hard aan gewerkt daar vanaf te komen.

De afspraken bijvoorbeeld zijn niet meer standaard om de zoveel weken, er wordt nu meer gekeken wat moeder en kind nodig hebben. Ouders kunnen ook een telefonisch consult aanvragen, of een online consult. Ook zijn er apps waar ouders zelf de groeicurve van hun kind mee kunnen mee eten Of informatie vinden over vast voedsel, wanneer en wat.

Hoe werkt het consultatie bureau

Een maand na de geboorte mag een ouder voor het eerste bezoek gaan, niet meer naar het consultatiebureau maar naar het JGZ-spreekuur. De baby wordt gemeten en gewogen door een doktersassistente. Die meet alleen en doet er verder geen uitspraak over. Dat gebeurt later in combinatie met het onderzoek van de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige. Zij kijken ook naar het totaal plaatje: hoe voelen de ouders zich, hoe gaat het thuis.
De eerste maand zijn de afspraken op maat , gemiddeld 1 x per maand Daarna wordt het natuurlijk minder. . De vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma worden ook door de zorgverleners van JGZ gegeven.

Die doet vervolgens geen uitspraken over de data. Dat gebeurt erna bij het onderzoek, de ene keer door een jeugdarts en de andere keer door een jeugdverpleegkundige. Zij controleren de fysieke ontwikkeling van het kind en kijken naar het grotere plaatje: hoe gaat het thuis, en hoe gaat het met de ouders in hun nieuwe rol? Het eerste jaar zijn de afspraken op maat, maar ongeveer maandelijks. Daarna gaat de frequentie omlaag*

De check-ups zijn niet verplicht. Er gaat geen seintje naar instanties als jeugdzorg wanneer je besluit om niet naar het consultatiebureau te gaan. Schouten: ,,Ik ben er echt van overtuigd dat elke ouder het beste wil voor zijn kind. Wij gaan niet actief op zoek naar problemen. Als ouders zelf als kind in aanraking zijn geweest met jeugdzorg, is er soms die angst dat instanties erbij worden betrokken als je eventuele problemen bespreekt. Dat gebeurt echt niet zomaar. Bovendien hebben wij een medisch beroepsgeheim.”

bron AD