Waarnemen en oordelen
Waarnemen en handelen
Heel handig om te wonen boven een winkelcentrum! Zo hoef ik niet voor een hele week boodschappen te doen maar ga ik een paar keer in de week. Soms is het ook gewoon leuk om samen met mijn dochter over het plein te wandelen. We hebben dan een “speelroute”.
Over het plein verspreidt staan verschillende wippen en bij een aantal winkels staan van die muntjestoestellen die ook leuk zijn zonder muntje! Nou waren mijn dochter en ik van de week weer op “speelroute” en we gingen naar de wip die tegenover de supermarkt staat.
Naast de wip staat een bankje en naast dat bankje een prullenbak.
Op het bankje zaten 4 jonge jongens, mijn dochter zat op de wip en ik stond er naar te kijken. Op de grond lagen chips zakken, lege blikjes frisdrank en de jongens waren aan het eten en drinken.
Tot zover alleen feitelijke waarnemingen.
En toen begonnen bij mij de interpretaties en de oordelen. “Diejongens gooien al die troep gewoon op de grond en laten het daar liggen i.p.v. het in de prullenbak te gooien. Hebben die geen opvoeding gehad!” Ik merkte dat ik me hierover steeds meer aan het opwinden was en ik was aan het twijfelen of ik zou reageren en hoe ik dat dan zou doen.
Leren
Ik leer mijn dochter dat ze afval in de prullenbak gooit en dat ze het aan mij geeft of in haar zak bewaart als er op dat moment geen prullenbak staat. Juist omdat ik probeer een voorbeeld te geven aan mijn dochter maak ik me kwaad als ik zie hoe achteloos afval op de grond wordt gegooid. Daarom besloot ik er toch iets van te zeggen.
Voor de zekerheid heb ik eerst gecheckt of het afval op de grond wel van hen was. Het gesprekje ging als volgt: “Jongens, ik zie afval op de grond liggen, is dat van jullie?” “Ja.” “Zouden jullie dat dat ook in de prullenbak willen gooien als jullie klaar zijn?”.
Hier eindigde het gesprek en gingen mijn oordelen en irritaties verder. Er werd naar me gekeken met meesmuilende blikken alsof ze wilden zeggen “we weten wel hoe het hoort maar het kan ons totaal niets schelen wat jij er van vindt!”.
Mijn dochter wilde toen naar het volgende speeltoestel en wij gingen verder. Na een paar minuten zag ik dat de jongens weg waren. Ik kon niet zien of ze hun afval hadden opgeruimd maar ik had de aanname dat dat niet was gebeurd. Kwaad en en geïrriteerd was ik vanwege het afval en de ongeïnteresseerdheid van de jongens. En tegelijkertijd was ik toch blij dat ik er iets van had gezegd. Ik had het niet kunnen voorkomen maar in ieder geval aan mijn dochter laten weten dat het niet oké is om afval op de grond te gooien.
Lees meer van Ingrid: docente babygebaren
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!