Soraya’s eerste busreis
Of ze er van geniet weet ik niet. Ik hoop het. Ik ga er maar van uit dat ze er geen klachten over heeft.
Tegen mijn vrouw mag ik overigens niet zeggen dat de moeder het luxe heeft. Je moet voorzichtig zijn met dat woord, zo heb ik geleerd, bij een vrouw die vijf keer per dag borstvoeding geeft en de mentale transitie maakt van vrije meid naar gebonden ouder.
Aan kleine dingen merk ik dat het wel bijzonder is. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit een vader zien zitten in de wachtkamer bij de verloskundigenpraktijk. Ze merkten het daar zelf ook. “Jij bent er altijd bij, he??”
Het heeft zijn voordelen. Vandaag, op weg naar de nacontrole, gaat Soraya bij mij in de draagdoek terwijl mijn vrouw op de kaart kijkt waar het busstation is. Om roostertechnische redenen is onze afspraak niet in onze, maar in een aangrenzende wijk. “Maar dan moeten we met de bus”, dacht ik toen ze er over belden. Ik zei natuurlijk: “prima?. Dat kan, als je het overlaat aan de man.
“Maar dan moeten we met de bus”, zei mijn vrouw toen ik de veranderde afspraak doorgaf.
We moesten er toch een keer aan. Vorig jaar maakten we nog een reis van twee maanden door Zuid-Amerika, langs de kaaimannen op donkere rivieren in de Amazone, en door de verlaten natuurparken van Patagoni?. Wat is dan een korte busrit met een kind van acht weken?
Even stressen
We maakten veel te laat aanstalten om te gaan. Als er op 9292ov.nl staat dat het zes minuten is van ons huis naar de bushalte, dan bedoelen ze: nadat je de baby hebt klaargemaakt. Het was even stressen. We weten inmiddels waarom sommige vrienden met kinderen chronisch te laat komen.
“Doe haar even een ander truitje aan. Deze ruikt niet lekker.”
“Ja, daaaaag.” Ben je besodemietert. We hebben dertig seconden.
Als iemand die veel te jong is voor zo’n gigantische bierbuik loop ik met Soraya onder mijn winterjas over straat. We hoeven niet lang te wachten op de bus. Ik ga snel zitten, voor het geval we wegsjezen en zoek steun met mijn linkerhand want mijn rechterpink is vacuum gezogen in Soraya’s mond.
“Weten jullie waar jullie moeten zijn?”, vraagt de chauffeur.
“Bij de verloskundigenpraktijk!”, roep ik.
“Frederic”, zegt mijn vrouw gegeneerd.
Ik begrijp dat het misschien niet voldoende informatie is.
“De St. Ludgerusstraat. Het is haar eerste busreis!”, roep ik naar de chauffeur.
“Hahaha. Die is goed!”, lacht hij terug.
Hij besluit ons te helpen en zet ons dichtbij af, tussen twee haltes in. Heel aardig, want het is gaan regenen. We komen precies op tijd. Bij de ingang staat een vrouw moeilijk te doen met het regenscherm van haar kinderwagen. Geen vader te zien. Gelukkig lacht ze. Want onder het scherm zit een pollewop die het niet erg vindt. Te druk met het bekijken van de druppels.
lees ook : kinderen enzo
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!