Zo kom je de peuterpuberteit door

nee omzeilen is het code woord om de peuterpubertijd door te komen…

Misschien kon je de klok er wel op gelijk zetten. Je kind is twee geworden en tegelijkertijd of vlak daarna begon de peuterpubertijd. Als het goed is, stopt dit weer tegen de tijd dat hij vier is, dus je hoeft het ‘slechts’ twee jaar vol te houden. Het volhouden tot het einde van de dag kan echter al een uitdaging zijn. Hoe overleef je als ouder nu de peuterpuberteit?

Bereid je voor

Een goede voorbereiding is aan te raden. Tijdens de peuterpuberteit zal je kindje waarschijnlijk vaak boos zijn en wellicht sloopgraag worden. Ook gaan dingen ongewild kapot. ‘Nee, kom niet aan die peperdure Chinese vaas’, is voor je kind de uitnodiging om juist wel even aan die peperdure Chinese vaas te zitten, waardoor de kans bestaat dat het deze op de vloer belandt. Houd je huis dus nog even baby proof en eventueel kan de inboedelverzekering vergelijken je gerust stellen. De kans is namelijk aanwezig dat niet al je spullen de peuterpuberteit overleven.

Maak een plan

Help jezelf en je kindje goed de dag door te komen door alles netjes te plannen. Vertel je kind niet dat jullie samen boodschappen gaan doen, wanneer hij net de blokken uit de doos heeft gehaald. Maak van tevoren duidelijk afspraken en bereid je kind voor op wat jullie gaan doen. 

Toon begrip

Je kind is zijn eigen willetje aan het vormen en dat is nu eenmaal een onderdeel van zijn/haar ontwikkeling. Het is juist in deze fase extra belangrijk dat hij zich begrepen voelt. Dit vraagt van jou dus bakken vol geduld en heel. veel. begrip. Wen maar alvast aan het gebruiken van uitspraken als ‘ik begrijp dat het leuker is om met de afwasborstel te spelen (in plaats van je barbies), maar…’

‘Nee’ omzeilen

Hoewel jij waarschijnlijk 100 x per dag ‘nee’ te horen krijgt van je peuter in de puberteit, zal hij dit woordje absoluut niet van jou willen horen. Om een woedeaanval te voorkomen, kun je het woordje ‘nee’ het beste zoveel mogelijk omzeilen. Geef je kind in plaats daarvan zoveel mogelijk keuzes. Vraag dus: ‘wil je eerst je linker- of je rechterschoen uit?’ in plaats van te zeggen: ‘nee, niet met je schoenen naar binnen.’