Het peuterbrein en taalontwikkeling

Het peuterbrein en taalontwikkeling: hoe leert een peuter een taal.

Amerikaanse wetenschappers claimen een nieuwe theorie te hebben gevonden die de manier waarop kinderen een taal aanleren kan verklaren. Doordat het  peuterbrein in staat is grote hoeveelheden gegevens te verwerken – ook wel aangeduid met het begrip data mining – gaat de taalverwerving razendsnel. Nou ja, dat weet je natuurlijk zelf ook wel, je merkt dat aan je kind. Maar het is boeiend om te zien hoe die hersentjes dat voor elkaar krijgen!

peuterbrein en datamining

Aan de Indiana University (VS) is een vernieuwend onderzoek van start gegaan naar de rol van data mining bij eerste taalverwerving van peuters.
Daarbij deden ze opzienbarende ontdekkingen. En de meest opvallende is wel dat het idee dat peuters taal woord voor woord leren, niet blijkt te kloppen.

Hoe maak je het peuterbrein zichtbaar

Tot nu toe was het heel lastig om data mining zichtbaar te maken. Maar de laatste paar jaar zijn er geavanceerde computerprogramma’s ontwikkeld. Die grote hoeveelheden gegevens kunnen verwerken om  ook nog eens relevante patronen in die gegevens bloot kunnen leggen.
In het onderzoek van twee wetenschappers uit Indiana, Linda Smith en Chen Yu, verbonden aan de Faculteit voor Psychologie en Neurologie, is ontdekt dat het leren van woorden zich volkomen automatisch in ons brein afspeelt. en dus ook in het peuterbrein.

De taalontwikkelingstest bij peuters

De onderzoekers boden 28 kinderen in de leeftijd 12-14 maanden zes woorden aan. De dreumesen kregen steeds twee objecten te zien op een computerscherm terwijl de bijbehorende woorden hardop werden voorgelezen. Daarbij was het niet direct duidelijk welk woord bij welk object hoorde. Aan de hand van de oogbewegingen van de kinderen konden de reactietijden afgelezen worden. Al heel snel waren de kinderen in staat om de juiste woordparen aan de juiste objecten te linken.

De taalontwikkelingstest bij volwassenen

Om de taalverwerving in het peuterbrein te vergelijken met de taalverwerving bij volwassen, kreeg een groep volwassenen 18 woorden in zes minuten te verwerken. Zij kregen geen twee afbeeldingen per keer te zien, maar steeds drie tot vier. Wel hoorden ze steeds een gelijk aantal woorden. De testpersonen zelf hadden na afloop het idee niets geleerd te hebben. Toch leerden de volwassenen – net als de kinderen – meer dan verwacht. Het volwassenbrein en het peuterbrein bleek zeer goed in staat om de juiste woord-object paren te vinden en te onthouden.

Er valt nog veel te leren

Wanneer peuters van jongs af aan een grote hoeveelheid woorden horen en daarbij genoeg informatie aangeboden krijgen over de bijbehorende objecten, kan de taalverwerving razendsnel gaan. Het peuterbrein weet vanzelf de juiste verbindingen te leggen tussen de woorden en de objecten. Wanneer het vervolgonderzoek van Smith en Yu daadwerkelijk uitwijst dat het brein op deze manier werkt, zal in de toekomst nog beter lesmateriaal ontwikkeld kunnen worden voor zowel eerste als tweede taalverwervers.

lees ook: Peuterbrein en taal